Nadat de aerodynamica van The RED Engine was voltooid, kwam bij mij de focus op mijn tweede functie, data-acquisitie, te liggen. De naam van de functie doet eigenlijk tekort voor waar ik mij werkelijk mee bezig houd. Naast acquisitie, het meten, houd ik mij bijvoorbeeld ook bezig met verspreiding, verwerking, opslaan en weergave van diverse datastromen.

De basis ligt bij het uitlees- en aanstuursysteem voor The RED Engine. Dit is een essentieel stuk software voor het in de gaten houden van de auto en daarmee de veiligheid van de coureur. De elektrotechnici hebben The RED Engine uitgerust met diverse sensoren voor bijvoorbeeld accuspanning en motortemperatuur. Deze versturen hun meetwaarden over een CAN-bus, een veelgebruikt informatiesysteem uit de automobiel industrie. De bus is te vergelijken met de briefpost, de verschillende onderdelen in de auto hebben een huisnummer en ontvangen alleen de berichten die aan hen geadresseerd zijn. Daarnaast is het ook mogelijk om zelf post versturen. Een speciaal onderdeel in de auto, vergelijkbaar met het distributiecentrum van de post, behandelt alle verzonden berichten en stuurt deze via een draadloze verbinding door naar de directe volgauto, de DMU (Decision Making Unit, vrij vertaald: beslissingsorgaan).

In de DMU wordt de data door middel van in LabVIEW geschreven software omgezet tot voor mensen begrijpbare getallen en grafieken. Daarnaast wordt alle binnenkomende data opgeslagen, zodat deze later nog teruggehaald kan worden. De uitdaging zit hem voor mij in het maken van een robuust en stabiel systeem. Het kan bijvoorbeeld niet zo zijn, dat tijdens de race, de software vastloopt en er essentiële informatie van de zonneauto verloren gaat. Daarnaast wordt de ideale snelheid van The RED Engine in de DMU bepaald. Deze snelheid wordt dan door mij in de cruise control van de auto geprogrammeerd. Het is dus niet de coureur die zelf gas geeft en daarmee bepaalt hoe hard de zonneauto gaat.

In de testperiode in de aanloop naar de race worden er naast de permanente sensoren in de auto ook externe systemen gebruikt. We hebben bijvoorbeeld een FLIR infrarood camera voor het zoeken naar zogenaamde hot-spots. Dit zijn delen van de auto waar de temperatuur lokaal hoger is dan zijn omgeving. Daarnaast heb ik tijdens de mock-up fase een combinatie van XSENS versnellingsmeters, een acquisitiesysteem van National Instruments, rekstroken en inverings-sensoren gebruikt om een idee te krijgen van welke krachten er op de ophanging worden uitgeoefend. Hierover is meer te lezen in de ‘customer case’ van XSENS.

Door de beperkte ruimte op het vliegveld voor duurtests, hebben we The RED Engine getestop de RDW kombaan in Lelystad. In een kombaan zijn de bochten naar binnen hellend aangelegd, dit maakt dat je voor je gevoel oneindig lang rechtdoor kunt rijden. De auto stuurt de bocht door de helling automatisch op goede manier in. Een bijkomend effect is de middelpuntvliedende kracht die je in je stoel drukt en je ongeveer 10 kilo zwaarder maakt. Zeker bij snelheden van 135 km/u is dit effect duidelijk aanwezig en moet je je hoofd tegen de hoofdsteun gedrukt houden om geen last van je nek te krijgen.

The RED Engine bij RDW

Om een goede race te kunnen rijden is er meer nodig dan alleen een goede zonneauto. Zoals eerder genoemd moet er een optimale snelheid worden bepaald, hiervoor is een grote hoeveelheid informatie nodig. Daarnaast moet er vanuit de DMU ook overzicht gehouden kunnen worden over de voertuigen in de colonne en de voortgang van de race. Twee van onze partners, Inmarsat en Imtech, ondersteunen en faciliteren ons bij deze uitdaging. Zo heeft Imtech in samenwerking met Solar Team Twente een softwareapplicatie ontwikkeld waarmee de GPS-positie van diverse voertuigen in een op Google Maps lijkende applicatie worden weergegeven. Ook wordt de sensordata van bijvoorbeeld de weerauto naar de DMU verzonden en kunnen bijzonderheden onderweg op de kaart gemarkeerd worden.

In de outback van Australië zijn er geen GSM-masten of andere IT-infrastructuur en we zijn daarom aangewezen op communicatie via satellieten. Inmarsat, wereldwijd marktleider op dit gebied, helpt ons bij het opzetten van de diverse communicatielijnen. Zo zijn er naast de mogelijkheid tot het delen van informatie binnen het konvooi, meerdere breedband satellietverbindingen beschikbaar voor de laatste weerberichten en het op de hoogte houden van onze achterban en grote hoeveelheid partners in Nederland.

Voordat de race begint moeten al deze systemen uitgebreid getest worden en dit is dan ook waar ik mij de komende tijd mee bezig ga houden. De eerste beproeving is de racesimulatie die op woensdag 31 juli begint. Hier zal moeten blijken of de software is opgewassen tegen de gesimuleerde Australische condities. Ik heb hier alle vertrouwen in en kijk uit naar de verdere uitdagingen die nog op mijn pad komen.